Grenzen voelen, grenzen durven stellen
Nadenkend over het thema grenzen, dat nu op allerlei manieren speelt – landsgrenzen en persoonlijke grenzen en klimaatgrenzen – en geïnspireerd door jullie reacties op de tekst van vorige week, dit keer een overdenking over grenzen voelen en grenzen durven stellen.
Een grens is een contactvlak
Op de grens ontmoet je elkaar. Door geen grenzen te stellen, ga je contact uit de weg. Je maakt je onzichtbaar in wat jij vindt en voelt. De reden om dat zo te doen kan zijn angst om niet aardig gevonden te worden of alleen te komen te staan, een afkeer van conflict of gedoe, een innerlijke norm dat je niet egoïstisch mag zijn, een grote gevoeligheid voor wat anderen willen en daar van jongs af aan op zijn afgestemd, zozeer dat je niet meer voelt waar je grens ligt. Of een zodanige ongevoeligheid aan de andere kant, dat je het idee hebt dat het geen zin heeft om er over te beginnen. Maar ooit komt het punt dat de grens is bereikt. Dan barst je alsnog uit, of ga je weg; innerlijk, door af te haken, of letterlijk door uit een werkkring of relatie te stappen.
Het omgekeerde speelt ook: door al ver voordat het je te na kan komen harde grenzen te stellen, afstand te houden, ga je contact uit de weg, maak je je onzichtbaar. Dan houd je weliswaar je eigen speelruimte, en lijkt het of je pijn uit de weg kunt gaan, maar ontbreekt de warmte, het leven, de verrassing en de schoonheid die in nauwer contact kan ontstaan. Voel je je net zo goed niet gezien, omdat je je niet laat zien.
Het is als een dans op het scherpst van de snede: waar je elkaar na mag komen, maar ieder ook op eigen benen blijft staan, verantwoordelijk voor de eigen ademruimte. Dat vereist doorgaande afstemming, in eerste instantie in jezelf, en daarna ook samen. Want wat op het ene moment prima kan, is op een ander moment te veel. Of wat voor even leuk is, is het na ‘te lang’ niet meer. Wat voor een keer ok is, is het na te vaak niet meer.
Grenzen voelen
Persoonlijke grenzen zijn in veel gevallen niet een duidelijke streep, maar een gebied waarin het je in toenemende mate te veel wordt. Voordat je iets helemaal zat bent, voelt dat een grens bij jou is overschreden, zijn er vaak al in een veel eerder stadium subtiele signalen geweest. Kleine dingetjes waar je je ongemakkelijk bij voelt, maar die je laat passeren, soms ook zonder dat je het op dat moment zelf door hebt. Je hoeft ook niet op alle slakken zout te leggen, van alles een punt te maken. Maar als je het herkent dat je al langere tijd ergens last van hebt en het moeilijk vindt om daarin nee te zeggen of een grens te stellen, kun je wel onderzoeken: op welk punt begint die grens eigenlijk al? Dat ligt vaak vér voor het punt dat jij vindt dat je nee mag zeggen. En pas als je met je rug tegen de muur staat, stel je je grens, maar dan is het niet meer goed mogelijk dat ontspannen en in contact met de ander te doen, dan is het een noodgreep.
De moed en de vrijheid
Door de moed te hebben eerlijk te zijn over waar de grens ligt, maak je je kenbaar in wat belangrijk is voor jou. En al ligt die grens op een punt waar jij vindt dat die nog lang niet zou moeten liggen: door er open over te zijn, kan er ontspanning op treden in het contact. Als je elkaar ontmoet op waar de grens echt klopt, ontstaat een bepaalde frisheid en openheid en groeit het vertrouwen. In eerste instantie vooral in jezelf. Je wordt iemand op wie jij zelf kan rekenen.
Door de moed te hebben de ander toe te laten in het gebied waar ze je kunnen raken, kan de dans beginnen, het leven gaan stromen.
Benieuwd naar reflectievragen waarmee je deze blog toepasbaar kan maken op jezelf? Schrijf je in voor de nieuwsbrief. Dan krijg je voortaan elke week de 'inspiratie voor de week' met als extra een aantal reflectievragen in je mailbox.
Aanmelden Nieuwsbrief