Elkaar Verstaan
Er is een zen uitdrukking: de vinger die naar de maan wijst, is niet de maan zelf.
De woorden waarmee we iets uitdrukken, zijn niet ‘het’ waar we woorden aan proberen te geven. Het zijn steeds pogingen, om dat wat geen woorden heeft via de taal over te brengen, zodat je elkaar kunt verstaan, ontmoeten in dat ‘gebied voorbij de woorden’. Het gebied, waar juist dat zit wat je het meest liefhebt, raakt, inspireert, dat wat van grootste waarde voor je is.
Hoe kun je zeggen, hoeveel je van iemand houdt?
Hoe vaak zoek ik niet, juist als ik geraakt ben door wat iemand schrijft, naar woorden?
Hoe moeilijk is het het juiste te zeggen, als iemand rouwt?
Hoe lastig is het om dat wat je inspireert, wat je het meest liefhebt, uit te drukken?
Het schiet meestal te kort, je voelt: het komt (soms) in de buurt, maar dit is het niet.
Het feest van ontmoeting
In het directe contact is het soms iets gemakkelijker. Dan zijn er naast woorden ook de blik, de energie, de beweging. En in een handeling kan soms meer gezegd worden dan ooit in woorden. Maar dan nóg; het je uitdrukken, elkaar verstaan over dat wat het wezenlijkst is, over dat wat je het meest aan het hart gaat: wat is het lastig.
Omdat het daar ook het pijnlijkst is als het niet verstaan wordt, is de verleiding groot om er ofwel het zwijgen toe te doen en je innerlijk terug te trekken, ofwel er op een beschouwelijke manier ‘over te gaan praten’.
Daar waar je al samen in een gedeeld veld zit, heb je vaak aan een half woord genoeg. En elke keer vind ik het weer een feest. We verstààn elkaar! Ontmoeten elkaar in het gebied voorbij de woorden. Elke keer weer een oplichten van het hart.
De pijnlijke weg van incarnatie
Daar waar ieder vanuit een andere leefwereld komt, ieder een andere oriëntatie heeft, is het veel lastiger. Daar is een half woord niet genoeg, want je spreekt elkaars taal niet. Dan kan er pijnlijk onbegrip zijn, over en weer. Of een langs elkaar heen leven, zonder dat je elkaar echt ziet en ontmoet.
Je kunt ervoor kiezen, om in het veld van contacten te blijven waar je met elkaar aan een half woord genoeg hebt en de rest links laten liggen. Maar ik vraag me af: is het niet ook hulp, om woorden te blijven zoeken of om op een andere manier proberen vorm te geven aan dàt, voorbij de woorden? Want daarin moet je zelf steeds opnieuw terug naar de bron, luisteren: wat is het, wat zo wezenlijk is? En van daaruit steeds weer proberen de brug te slaan naar de wereld van de dagelijkse vormen, woorden, daden en plannen.
Een imperfecte weg van vallen en opstaan. Pijnlijk ook en frustrerend omdat er iets van de stralendheid verloren gaat in de vertaalslag. Maar het helpt omdat je daarmee gedwongen wordt de inspiratie nog meer te incarneren. Dat wat van waarde is, concrete uitdrukkingsvorm te geven.
Stamelend, keer op keer opnieuw.
Ik blijf het proberen.
Benieuwd naar reflectievragen waarmee je deze blog toepasbaar kan maken op jezelf? Schrijf je in voor de nieuwsbrief. Dan krijg je voortaan elke week de 'inspiratie voor de week' met als extra een aantal reflectievragen in je mailbox.
Aanmelden Nieuwsbrief